Tijdens zijn studie werkte Jaap Cohen als redactielid mee aan de publicatie van een bundel met artikelen van zijn grootvader, Dolf Cohen.

A.E. Cohen (1913-2004) was een veelzijdig historicus. Toen Cohen, Huizinga’s laatste promovendus, in 1960 hoogleraar middeleeuwse geschiedenis werd, had hij al een complete loopbaan achter de rug. Na de oorlog, die hij als onderduiker overleefde, kwam hij in dienst van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Hij reisde naar Duitsland om er de nazi-archieven te raadplegen, woonde de processen in Neurenberg bij en ondervroeg in Dachau Generalkommissar Friedrich Wimmer, de gewezen rechterhand van Seyss-Inquart. Cohen was als adjunct-directeur een spilfiguur van het RIOD, maar kwam ook regelmatig in botsing met zijn directe chef Loe de Jong.

Dat A.E. Cohen meer was dan een voortreffelijk bestuurder en een begenadigd docent, blijkt uit deze bloemlezing van zijn artikelen, waarvan het grootste deel over de Tweede Wereldoorlog gaat. De bundel besluit met delen van zijn lange vraaggesprek met Wimmer in 1947, waarbij de lezer rechtstreeks inzage krijgt in de gedachtewereld van een der hoogste Duitse gezagsdragers in Nederland.